Ik ben allergisch voor uitroeptekens. Noem het de tattoo van de tekst. Je ziet ze meer en meer, ze vallen op. Maar beide voegen eigenlijk weinig toe en je kunt ook prima zonder.

Teksten met veel uitroeptekens neem ik minder serieus.

Je tekst valt tegenwoordig op zónder uitroeptekens. Juist ja, door het nadruktekentje (ook niet te veel hoor), maar vooral door de kracht van je woorden, door je argumentatie.

Door achter iedere zin of alinea dat verwenste ding te plaatsen, schiet je juist je doel voorbij. Kijk maar naar de foto hierboven. Dit bordje kwam ik ergens tegen. Neem jij het serieus?

Veel uitroeptekens doen mij een beetje pijn aan de ogen. Doen me denken aan het verhaal van het jongetje dat steeds roept dat hij een wolf heeft gezien maar dat is niet waar, en als het beest er dan echt is, gelooft niemand ‘m meer. ’t Is schreeuwerig en lelijk, nou ja je snapt me.

Maar wat dan. Hoe trek je de aandacht met je tekst en hoe overtuig je je publiek?

Met sterke woorden en zinnen, met krachtige teksten.

Tips
– Gebruik actieve werkwoorden, dat zijn werkwoorden die je tekst in beweging zetten. Waardoor je lezer iets letterlijk voor zich ziet. Voorbeelden van dergelijke werkwoorden zijn: lopen, werken, praten.

– Wees juist zuinig met bijvoeglijke naamwoorden. Voorbeeld: ‘heel veel’. Dat slaat ook dood. Kies ze met beleid uit, daar wordt je tekst sterker van. Bijvoeglijke naamwoorden zijn toefjes slagroom op je taart. Net lekker maar niet te veel.

– Maak korte alinea’s. Verdeel je tekst in hapklare brokken.

– Gebruik ook regelmatig tussenkoppen en/of woorden in vet. Dat bevordert het scannen van je tekst en trekt de aandacht.

– Schrijf verzorgde spreektaal. Gewoon zoals je tegen je klant praat, maar dan zonder de eh’s en stopwoordjes. Het helpt om je zelfgeschreven tekst hardop voor te lezen. Als je hapert, moet je daar iets aan de tekst doen.

En, heb je het uitroepteken al gemist?